Omgaan met levend verlies
10 tips bij levend verlies
1. Stel je verwachtingen bij. Hoop is iets moois maar kan tevens zorgen voor zware teleurstellingen.
Een oefening: ik hoop dat....
Wat ik in de realiteit kan verwachten is...
Gedachten die me helpen...
2. Geef de zorg zoveel mogelijk uit handen. Laat de taken bij wie ze horen. Het is niet goed voor jezelf om taken te vervullen als psychiater, psycholoog, maatschappelijk werker, begeleider, verzorger en schoonmaker. Iemand met één zo'n functie heeft er al meer dan genoeg aan, dus laat staan iemand met levend verlies. Je hebt er al een dagtaak aan om jezelf staande te houden in moeilijke tijden! Denk wel mee met de hulpverleners en geef aan hoe jij het graag wilt.
3. Zorg goed voor je lichaam. Je lichaam is de plek waar alle stress, pijn en verdriet wordt opgeslagen. Totdat jij de tijd neemt om er iets mee te doen. Tijdens een grote of kleine crisis schakel je over op de overlevingsmodus en kun je, voor even, de hele wereld aan. Je voelt geen emotie. Daar is geen tijd voor. Dat komt pas later.
Daarna (en dat kan dagen of zelfs maanden later zijn!) voel je je moe, lusteloos en ongemotiveerd. Je hoofd is mistig en je ademhaling hapert. Je weet het allemaal niet meer.
4. Hoe zorg je goed voor je lichaam? Ten eerste: zorg voor je basale behoeftes.
Eten, drinken, slapen, douchen. Als hier iets niet goed gaat, kijk dan wat je hieraan kunt doen. Ten tweede: beweeg! Je voelt je zoveel beter als je lichaam zich regelmatig kan ontdoen van alle stress en spanning. Denk aan sporten, yoga en (samen) wandelen. Zingen is ook een vorm van lichaamsbeweging want je gebruikt allerlei spieren en het activeert de nervus vagus. Yoga werkt wonderbaarlijk goed. Denk aan yin yoga en yoga nidra. Creëer thuis een yoga plek waar je ieder moment even kunt gaan liggen om te ontspannen of yoga oefeningen (van YouTube) kunt doen.
Lichaamsbeweging heeft ook effect op de basale behoeftes: je slaapt beter en het is goed voor de spijsvertering.
5. Neem de tijd om te huilen. Ook al ben je daar helemaal klaar mee.
6. Zoek lotgenoten. Mensen bij wie je terecht kan. Iedere keer opnieuw. Familie ervaringsdeskundigen en familie vertrouwenspersonen zijn er voor jou. Maak er gebruik van.
7. Stop met je verhaal doen bij mensen die er niks van snappen. Het is frustrerend en pijnlijk voor jezelf.
8. Focus op de positieve puntjes. Ze zijn klein en bijna onzichtbaar in de grote ellende, maar ze zijn er. Een hulpverlener die zijn best doet, een goed moment met je dierbare die ziek is, ergens om kunnen lachen. Start iedere ochtend met een positieve herinnering van de vorige dag (de politie was aardig en begripvol, ik had een goed gesprek met een lotgenoot, ik heb 3 uur gehuild en dat luchtte me op).
9. Ook als je je één bak ellende voelt; blijf dingen doen. Zoek afleiding. Korte klusjes. Even een wandeling. Iets lekkers koken. Eenmaal bezig verdwijnen de problemen naar de achtergrond, en dat is altijd nog beter dan dat ze op de voorgrond staan.
10. Zorg goed voor het rouwende, verdrietige en ongelukkige deel in jezelf. Hoe ziet het eruit? Zie het in gedachten voor je. Maak er contact mee en vraag wat dit deel nodig heeft. Wees een zorgzame, liefdevolle en begripvolle verzorger voor het deel in jezelf dat zo lijdt onder het verlies.
Reacties
Let op: HTML wordt niet vertaald!